gedrag en sociale structuur

Gedrag en sociale structuur

Wolven zijn dag- en schemeringsdieren, maar door felle bejaging zijn ze in veel gebieden (waaronder Europa) een nachtelijke leefwijze erop na gaan houden. De wolf is een goede renner, maar kan ook goed zwemmen. Ze zijn in staat zich snel te verplaatsen, met een topsnelheid van 45 tot 50 km/u. Normaal leggen ze 50 tot 60 kilometer per dag af, maar er is een geval bekend waarin een wolf op één dag 190 kilometer aflegde. Doorgaans zullen ze binnen hun territorium blijven, maar zo nodig kunnen ze in hoog tempo nieuwe gebieden verkennen.

Roedel en territorium

Howlsnow.jpg
Canis lupus howling on glacial erratic.jpg
Huilende wolven

Wolven zijn sociale dieren die in roedels leven die strikt georganiseerd zijn. Tegenwoordig wordt bij voorkeur gesproken van familiegroepen. Een familiegroep wordt geleid door een mannetje en een vrouwtje die gewoonlijk met alfa worden aangeduid. Gewoonlijk hebben zij het alleenrecht op voortplanting. De overige dieren zijn meestal (volwassen) nakomelingen van het alfapaar. Een vergelijkbaar stelsel kan ook aangetroffen worden bij andere in groepen jagende hondachtigen zoals de dhole (Cuon alpinus) uit India en de Afrikaanse wilde hond (Lycaon pictus). De nakomelingen van het alfapaar blijven hooguit twee jaar in de roedel. Bij een gemiddelde worp van 4 dieren kan de roedel na 2 jaar uit 10 dieren bestaan. Het voedselaanbod is van invloed op de roedelgrootte. Waar veel voedsel is (bijvoorbeeld Alaska, waar de wolven op elanden jagen) leven de wolven in grote roedels die kunnen bestaan uit dertig dieren. In gebieden met weinig voedsel, als Italië en Spanje, leven de dieren in kleine familiegroepjes, bestaande uit het alfapaar en hun welpjes.

De oudere jongen verlaten al dan niet vrijwillig de roedel, en trekken vaak met hun broertjes en zusjes nog een periode op. Wanneer ze zelf een territorium en een partner gevonden hebben, vormen ze een eigen roedel. Onderzoek in Scandinavië heeft uitgewezen dat een uit de roedel weggetrokken teef de locatie van een nieuw territorium bepaalt. Een zwervende reu gaat op zoek naar zo'n geannexeerd gebied.

De omvang van een territorium is afhankelijk van de voedselsituatie, maar zal tussen de 200 en 2000 km² liggen. In de Alpen zijn territoria van 350 km² gemeten, in Alaska zijn ze groter. Eenzame wolven op zoek naar een partner of nieuw territorium kunnen grote afstanden afleggen - van tientallen kilometers tot meer dan duizend kilometer.

Communicatie

De wolf kent een grote verscheidenheid aan expressiemogelijkheden, waaronder geluiden. Het bekende huilen is vooral bedoeld om te communiceren over langere afstanden en is intensiever bij dieren waarbij de sociale band groter is.[5] Afhankelijk van de omstandigheden kunnen wolven dit gehuil op afstanden van zes tot tien kilometer horen. Het afbakenen van het territorium, door middel van te urineren met een opgetilde achterpoot, is voorbehouden aan dominante dieren. Binnen de roedel wordt vooral gecommuniceerd door middel van lichaamstaal. Onderdanige wolven bijvoorbeeld begroeten anderen door onderwerping, met afgewende ogen, staart tussen de achterpoten, lage houding, oren naar achteren en een zacht gejank. Als wolven boos of bang zijn laten ze dat meestal zien met ontblote tanden en gegrom.

Huilen

Wolven huilen om de roedel bij elkaar te houden (meestal voor en na de jacht), andere wolven te alarmeren (voornamelijk bij het nest), elkaar te vinden tijdens een storm of in een onbekend gebied en om te communiceren over grote afstanden. Het gehuil van een wolf kan onder bepaalde omstandigheden worden gehoord over een gebied van maximaal 130 km². Het gehuil van een wolf is over het algemeen niet te onderscheiden van dat van grote honden. Mannelijke wolven hebben een bereik van ongeveer een octaaf en hun roep eindigt in een diepe bas met de nadruk op "O", terwijl vrouwelijke wolven een nasale bariton produceren, met de nadruk op "U". Pups huilen bijna nooit, het huilen van wolven van een jaar oud eindigt op een hondachtig gekef.

Het huilen bestaat uit een grondtoon die tussen de 150 en 780 Hz kan liggen, met een reeks van maximaal 12 harmonische boventonen. De toonhoogte blijft meestal constant of varieert licht. Een huilende wolf kan tot wel 5 keer de toonhoogte afwisselend laten dalen en dan weer stijgen. Gehuil dat wordt gebruikt om andere wolven uit de roedel naar een gedode prooi te roepen, bestaat uit langgerekte, zachte geluiden die wel wat weg hebben van het begin van de schreeuw van een oehoe. Bij het achtervolgen van een prooidier stoten ze hogere tonen uit die heen en weer gaan tussen twee noten. Wanneer ze hun prooi insluiten gebruiken ze een combinatie van kort geblaf en gehuil. Wanneer ze samen huilen, huilen ze in harmonie en niet in koor op dezelfde toon, waardoor ze de indruk wekken dat er meer wolven zijn dan het werkelijke aantal. Solitaire wolven huilen doorgaans niet in gebieden waar andere roedels aanwezig zijn. Wolven beantwoorden geen gehuil bij regenachtig weer of wanneer ze volgevreten zijn.

Het gehuil van wolven uit verschillende gebieden kan van elkaar verschillen. Europese wolven huilen veel langduriger en melodieuzer dan die uit Noord-Amerika, die veel harder huilen en een sterkere nadruk leggen op de eerste lettergreep. De twee begrijpen elkaars taal wel, zoals blijkt uit waarnemingen waarbij Noord-Amerikaanse wolven reageerden op biologen die Europese wolven nadeden.